maandag 18 mei 2020

Vanya

Ik ben uitgenodigd om gedurende een week 
elke dag een foto van een boek, dat ik leuk vond of vind, 
op Facebook te posten, zonder commentaar of opmerkingen.
Dit is dag 3.

Vanya was voor mij in de puberteit een schokkend boek. Niet te geloven dat je om je geloof vervolgd kan worden, en zelfs je leven moet geven voor Jezus. Het maakte dat mijn geloof wel voeten in de grond zette,en het mij duidelijk werd dat het volgen van Jezus je iets kost, en dat dat zelfs zover kan gaan tot in de dood.

Vanya maakte bijzondere wonderen mee. Dus niet alleen in de Bijbel, maar ook in het dagelijks leven. Ik heb niets te vrezen, God zorgt altijd, zelfs onder moeilijke omstandigheden.

Vanya bleef trouw tot het eind. Hij maakte een duidelijke keus! 
De gelovige Vanya in het Russische leger.

In 1972 werd een jonge soldaat tijdens zijn dienstplicht in het Russische Rode leger om het leven gebracht in de Krim. Het mocht van de communistische leiders niet bekend worden dat het leger één van hun eigen soldaten zouden hebben gemarteld.

Vanya was een toegewijd christen en lid van de Baptistenkerk. Er was gelukkig genoeg op papier gezet over hem en door hem, zodat we zijn wonderlijke korte levensgeschiedenis kunnen lezen in het boek "Vanya", hij betaalde zijn geloof met de dood. 

Het boek is buiten de Sovjet-Unie gesmokkeld en in vele talen vertaald. In het boek komen we ook de bijzondere bescherming van God tegen in het leven van deze jonge christen. Het kwam uit dat hij christen was, toen hij een keer te laat op het appèl verscheen. De leidinggevende sergeant vroeg hem waarom hij te laat was. Vanya reageerde: ‘Het spijt mij, meneer, ik was aan het bidden, meneer.’ Bidden was verboden in het Rode leger.

De leiding van zijn onderdeel probeerde hem met strengheid en straf tot andere gedachten te brengen, zodat hij zijn geloof zou verloochenen. Vanya gaf echter een vrijmoedig getuigenis. Welke straf ze ook op hem uitoefenden, Vanya gaf zijn geloof in God en in de Heere Jezus niet op. 

Toen werd hij overgeplaatst naar een andere kazerne, waar majoor Gidenko de leiding had. Het was een kolossale man met een leeuwenkop en een militaire houding. Hij zat al 32 jaar in het leger en wist wel raad met zulke religieuze personen.

Vanya moest voor verhoor op zijn kantoor verschijnen. Het was nog een stukje lopen voor hem. Terwijl hij over de militaire basis liep, loofde hij God voor de tijd die hij zo nog kreeg om te bidden. Het was winter en de sneeuw glinsterde in de zon. Er kwam een lied in zijn gedachten; hij zong zachtjes, tot driemaal toe:"De vreugde van de Heere is mijn kracht." 

 Neh.8:11: 
"De blijdschap van de HEERE, die is uw sterkte."

Ineens leek het net of de bomen overgoten werden met een hemels licht. Hij hoorde daarbij een stem zeggen: "Vanya, Vanya, wees niet bang." De stralende aanwezigheid van de engel verlichtte het park op het centrale plein veel helderde dan de zon. Toen sprak hij weer: ‘Wees niet bang, Ik ben met je.’ Hij ervoer de tegenwoordigheid van God. De blijdschap brandde in hem als een vuur.

Intussen was hij bij het kantoor van Gidenko aangekomen. De majoor maakte eerst een vriendelijke indruk. Hij begon hem te vragen over zijn thuis. Toen ging Gidenko verder over de ondervragingen die Vanya al had gehad. Hij vroeg hem of hij daarbij niet had geleerd om de goede antwoorden te geven. Vanya antwoordde, dat God het soms niet goed vond om de ‘juiste’ antwoorden te geven. Gidenko vroeg hem, wie die God van hem was. Vanya reageerden: "Meneer, Hij is de Schepper van het heelal. Hij is een Geest en heeft de mensen heel erg lief…" 

Gidenko ging verder: "Ja, ja, ik ken de christelijke leer. Kun je die juiste antwoorden niet geven, omdat ze onwaar zijn? Ben je het oneens met wat het roemrijke Rode leger leert?"Het gesprek werd nu grimmiger. De majoor beweerde: "Het is onmogelijk om het bestaan van God te bewijzen. Dat moeten zelfs de gelovigen toegeven. Priesters en dominees geven het toe." De jonge christen getuigde: "Meneer, dan spreken ze over het bewijzen van het bestaan van God. Niet over het kennen van God. Hij is nu bij mij, in deze kamer. Voordat ik hier kwam, zond hij een engel om mij te bemoedigen." 

Gidenko kwam in zijn volle lengte overeind en sprak tot hem: "Het spijt mij dat je volhardt in je dwarse houding. Je wint er niets mee, behalve een hoop trammelant. Ik ben echter van mening dat jij je gezonde verstand wel zult gaan gebruiken, na wat tucht om je te genezen van je waanideeën over engelen en sprekende goden. Ik beveel je om na het blazen van het signaal ‘licht uit’" vanavond op straat te gaan staan, tot je bereid bent bij mij te komen en je excuses aan te bieden voor de onzin, die je op de basis rondgebazuind hebt over jezelf en je zogenaamde ervaringen met God.

Daar de temperatuur zo’n 25 graden onder nul zal zijn, hoop ik voor je eigen bestwil, dat je niet te lang zult wachten met tot bezinning komen. Morgen zullen we samen bezien hoe we je politieke heropvoeding aan gaan pakken. Je kunt inrukken.’ Bij zijn vertrek zei Gidenko nog: "Je zult mijn opdracht uitvoeren in zomertenue. Dat is alles." 

Het werd al gauw bekend op de basis. Vanya mocht daarna nog rijk getuigen bij de andere soldaten. Na het trompetsignaal "licht uit" haastte hij zich naar de buitendeur. Buiten sloeg de kou hem als een klap in het gezicht. Het was net tien uur geweest. Eerst bekroop de angst hem: "hoe lang zou het duren voor je doodvroor?" Toen begon hij te zingen: "De vreugde van de  Heere is uw kracht." Plotseling voelde hij zich weer als die ochtend op het plein. In het licht van de maan leek het plein door een hemels licht overgoten. De woorden van de engel "wees niet bang, Ik ben met je!" waren ook voor de avond bedoeld! Zelfs de warmte van dat ogenblik leek weer bezit van hem te nemen. Vanya begon zacht te bidden.

Om half één kwamen drie officieren, in hun warme overjassen gehuld, informeren: "En, heb jij je bedacht? Ben je van plan binnen te komen? Heb je hier nu lang genoeg gestaan?" Hoe was het mogelijk dat hij het warm had? Vanya reageerde: "Dank u, kameraad officieren. Ik zou graag binnen komen en naar bed gaan. Maar ik kan er niet in toestemmen over God te zwijgen.’""Je blijft hier dus de hele nacht buiten staan?"  Vanya: "Liever niet. Maar ik zie geen andere mogelijkheid, en God helpt mij." 

Tegen drie uur in de vroege morgen stond de standvastige gelovige half te slapen. Hij had het die nacht buiten niet kouder dan toen hij zich in de kazerne aankleedde. Hij had  zonden beleden, voorbede gedaan en kerstliederen gezongen. Toen mocht hij weer naar binnen. De eerste officier van de wacht vroeg hem: "Wat ben jij toch voor iemand, dat de kou je niet schijnt te deren?" Vanya antwoordde: "O, kameraad, ik ben een mens, net als u. Maar ik heb tot God gebeden en werd warm." De officier reageerde: "Vertel me eens over deze God." 

Uiteindelijk heeft Vanya twaalf nachten achtereen in zomeruniform in temperaturen beneden nul buiten gestaan. Majoor Gidenko was daardoor bijzonder ontstemd. Het was voor hem een onbegrijpelijke zaak, dat hij niet bevroren was en niet om genade had gesmeekt. Gidenko was die vorige avond zelf buiten gaan kijken, om de kou in de poedersneeuw te ervaren. Toen moest hij het wel toegeven, dat het mogelijk was. Zo kan God het onmogelijke mogelijk maken. Ook bij Vanya was er een beschermengel of er waren "engelen om hem heen". 

Uiteindelijk is Vanya later tijdens zijn diensttijd toch nog om het leven gebracht. Zijn geloofsgetuigenis is wereldwijd bekend geworden. Hij mocht ingaan in de vreugde van zijn Heere en Koning. 

In zijn laatste brieven naar zijn ouderlijk huis wees hij er meerdere malen op:
"Als je iets of iemand in deze wereld meer lief hebt dan Jezus,
kun je Hem niet volgen…"



Door over het kwaad te zwijgen, en het diep in ons te begraven zodat het nergensaan de oppervlakte komt, planten we het juist en zal het in de toekomst duizendvoudigopkomen.

Aleksandr Solzjenitsyn


Geen opmerkingen:

Een reactie posten